De geschiedenis van België en de Belgen in Mexico

Informatie over de historische link tussen België en Mexico.


De ‘Vlamingen’ in Nieuw-Spanje


In de zestiende eeuw maakte België deel uit van de Spaanse Nederlanden. Het is dan ook via Spanje, en meer bepaald via het havencomplex van Sevilla-Cadiz, dat veel ‘Flamencos’(algemene naam voor de inwoners van het toekomstige België) emigreren naar Mexico op zoek naar fortuin en avontuur. Sommigen onder hen zijn zeelieden, anderen zijn huurlingen, en nog anderen zijn missionarissen, ambachtslieden en handelaars. Hierbij mag men zeker de 3 brouwers niet vergeten die in 1537, op verzoek van de onderkoning, naar Mexico zijn gekomen en die sindsdien worden aanzien als de pioniers van het brouwen in Mexico. Van al deze immigranten, zijn er drie het vermelden waard. Deze zijn:

  • De Franciscaan Pedro de Gante, werkzaam tussen 1523 en 1572, die heeft bijgedragen aan het onderwijs van de inheemse inwoners op een zeer innovatieve manier: zo heeft hij een catechismus van hiërogliefen ontworpen, het lager onderwijs, ambachtelijke scholen en kunstateliers georganiseerd en een kliniek opgericht. Zijn beeltenis bevindt zich aan de voet van het standbeeld van Christoffel Columbus, opgericht langs de brede laan ‘Reforma’ in Mexico-Stad.
  • De Antwerpse schilder Peyrens die samen met Pedro de Gante aankwam in Nieuw-Spanje. Hij wordt beschouwd als één van de grondleggers van de Mexicaanse schilderkunst en een aantal van zijn schilderijen sieren nog steeds de kathedraal van Mexico-Stad. Het is zeker vermeldenswaard dat de Vlaamse kunst tijdens de Spaanse kolonisatie in bloei was in Nieuw-Spanje. Deze schilderkoorts in ons land heeft geleid tot een belangrijke handel in originele kunstwerken en kopieën tussen Antwerpen, Sevilla en Mexico.
  • De markies Charles de Croix, een inwoner van het graafschap Namen, die alvorens hij tot onderkoning van Spanje werd benoemd (1766-71), het ambt van kolonel bij het elitekorps van de ‘Waalse wacht’ bekleedde. Als krachtig en doelgericht militair herstelt hij de openbare orde in een onrustig Mexico, onderdrukt inheemse opstanden in het noorden van het land en organiseert op een tactvolle manier de uitwijzing van de jezuïetenorde. Bovendien verfraait hij de hoofdstad door het traceren van de contouren van het ‘Alameda park’.

 
Mexico en de jonge Belgische industrie


De jonge Belgische staat erkent in 1836 de onafhankelijkheid van Mexico waarmee zij commerciële relaties beoogt uit te werken en wat al snel tot de ondertekening van een bilateraal verdrag van handel en scheepvaart leidt. De Belgische kolonie blijft echter zeer gelimiteerd.

De droom van Napoleon III, die erop uit was de Anglo-Amerikaanse overheersing in te dammen door de creatie van een katholiek Mexicaanse keizerrijk, eindigde in een nachtmerrie. De Franse bezetting, gesteund door een Belgisch expeditieleger -een legioen van meer dan 1000 vrijwilligers ‘het regiment keizerin Charlotte’ (keizerin Charlotte was de dochter van Leopold I en getrouwd met keizer Maximiliaan) - was niet opgewassen tegen de guerrillastrijders van Benito Juárez. Ten gevolge van de nederlaag in Tacámbaro en de executie van de aartshertog in Querétaro heerste gedurende enkele jaren een gevoel van rancune in België. De troostprijs van dit ongelukkige avontuur: er wordt gezegd dat de ‘Reforma’, zoals gezegd de door Maximiliaan breed aangelegde laan in de hoofdstad, geïnspireerd werd door onze Tervurenlaan.

De veranderingen teweeggebracht door het liberaal economisch beleid van President Porfirio Díaz hebben het mogelijk gemaakt de situatie tussen de twee landen te normaliseren. Eenmaal de politieke relaties hersteld (1879) probeerden zowel de uitgezonden Belgen als de Belgische reizigers de publieke opinie ten voordele van Mexico te winnen. Hierdoor begonnen Belgische handelaren, kleine industrieën, leerkrachten en wetenschappers terug naar Mexico te komen in een echte ‘bonanzasfeer’. Om de vlasteelt in de staat Chihuahua op te zetten werd een nieuw ambitieus kolonisatieproject bedacht, “Nieuw-België”, onder leiding van de veteraan Ch. Loomans (1884). Voor een honderdtal Belgische emigranten eindigde dit avontuur echter in een fiasco.

Tussen 1885 en 1900 stijgen de handelsuitwisselingen en de kapitaalinvesteringen met Mexico noemenswaardig. De export naar Antwerpen omvat voornamelijk producten voor landbouw, bosbouw en mineralen. België van zijn kant exporteert voornamelijk metaalproducten, die in Mexico bijvoorbeeld gebruikt worden voor de tramlijnen in Merida of het stadhuis van Orizaba. Maar in de jaren ’10 verstoort de revolutionaire onrust opnieuw het succes. De Belgische aanwezigheid daalt tot een twintigtal personen en verschillende bedrijven gaan failliet. Wanneer de situatie zich in de loop van de jaren ’20 normaliseert keert het Belgisch enthousiasme voor Mexico niet onmiddellijk weer terug.

 
De twintigste eeuw


De afgelopen eeuw zijn veel Belgen naar Mexico gekomen en sommige hebben hun  stempel kunnen drukken op de Mexicaanse samenleving.

Ten eerste zijn er de wetenschappers en intellectuelen, zoals:

  • De Jesuïet pater d’Jong. Deze professor aan het seminarie van Mexico-Stad behoort tot een van de eerste antropologen die onderzoek heeft verricht met behulp van fotografie, en dit in het Noord-Oosten van de Republiek (Tamaulipas en Nuevo Leon) tussen 1900 en 1910. De resultaten van zijn onderzoek zijn gepubliceerd door het Nationaal Museum en de wetenschappelijke stichting ‘Antonio Alzat’.
  • Tussen 1885 en 1930 voert Auguste Genin Mayeu, afkomstig uit Brussel, amateuristisch archeoloog en grote verzamelaar, opgravingen uit in meerdere centrale staten van de Republiek en in Veracruz, wat hem een verzameling van duizenden precolumbiaanse voorwerpen oplevert. Hij liet een collectie van meer dan 6000 stukken na aan het Jubelparkmuseum in Brussel. Verder was Genin ereconsul van België in Mexico tussen 1905 en 1920.
  • De dokter Henri Mertens heeft zich in Zacatecas gevestigd voor de revolutie van 1910. Het contact met de inheemse Huichol, voor wie hij kosteloos zorg droeg, heeft hem ertoe gebracht hen te vragen om voor hem een aantal prachtige sjaals te weven die hij heeft nagelaten (ongeveer 1000 stuks) aan de universiteit van Zacatecas.
  • In de jaren ’30 heeft Bouchot, hoogleraar Frans en Engels, zich in Mexico gevestigd om les te geven aan de UNAM (nationale en autonome universiteit Mexico). In de jaren ’40 bezoekt de Franciscaan Piette Mexico, Querétaro en de Sierra Gorda om de missie van de missionaris Fray Junípero Serra te bestuderen. Tien jaar later richt de benedictijn Grégoire Lemercier een klooster in Cuernavaca op dat zeer beroemd was in zijn tijd.
  • De kunsthistoricus Paul de Ceuleneer heeft zich gespecialiseerd in de koloniale architectuur van Nieuw-Spanje (1950-1965), en de jonge archeologen Marie Areti-Hers en Michael Krutt hebben zich in 1960 in Mexico gevestigd om de cultuur van West Mexico te bestuderen.
  • In de jaren ’60 en ’70 ondersteunt met heel veel inzet de bankier en filantroop Federico Sescosse, afkomstig uit Luik, het herstel en het behoud van het cultureel patrimonium van Zacatecas. Deze inspanningen leiden ertoe dat de stad uiteindelijk als werelderfgoed wordt erkend door de UNESCO.
  • Antropoloog en historicus Jan de Vos heeft de laatste decennia veel onderzoek verricht naar de inheemse culturen in Chiapas.

Vervolgens zijn er de ondernemers:

  • Bij diegenen die in de late negentiende eeuw in Mexico zijn aangekomen, hebben volgende personen succes geboekt: Charles van Wyngaert (farmaceutische industrie), Léon Pierson (kweken van kwalitatief hoogwaardige groenten en de confectie van vlaggen), Paul van den Peereboom (verzekeringen en brandblussers) en de Bruggeling Edgard Everaert (handel in Guadalajara). Deze laatste introduceerde in Guadalajara de voetbalsport en stichtte in 1906 de bekendste ploeg van Mexico, ‘Guadalajara’, die nog steeds hetzelfde uniform draagt als Everaerts moederclub in Brugge. Bovendien was Everaert de grootste kenner van Vlaamse kunst in het Mexico van zijn tijd en zonder twijfel ook de meest gepassioneerde verzamelaar en boekenliefhebber van de Belgische kolonie. Verder moet ook Schreiber (grote tuinier), de Haene (bankier en later ook Belgisch consul) vermeld worden. Dit zijn personen die in 1919 onder andere de ‘Belgische Kamer van Koophandel’ in Mexico stichtten.
  • Gustave Maryssael, elektrisch ingenieur, is zonder twijfel de meest opvallende vertegenwoordiger van de grote Belgische investeringen in Mexico in de elektriciteitssector (Sofina). Hij kwam in 1936 in Mexico aan en was voorzitter en algemeen directeur van de“Compañia Mexicana de Luz y Fuerza Motriz S.A” tot die in 1962 werd genationaliseerd.

Ten slotte, de artiesten:

  • In 1908 vestigde Emile Cottart, landschapsschilder, zich in Mexico en heeft er zeer mooie schilderijen van de stad en haar omgeving gerealiseerd. In 1922 vond in het oude museum van San Carlos de eerste tentoonstelling van moderne Belgische kunst in Mexico plaats (georganiseerd door de Mexicaanse consul in Brussel - terug naar Mexico gekomen met zijn vrouw Dolly van der Wee). De Belgische directeur van de expositie was niemand minder dan de schilder van de Koninklijke familie, de Luikenaar Charles Michel. Deze laatste is meerdere maanden in Mexico gebleven en vestigde zich in 1946 definitief in Mexico. Verder zijn na 1970 de artiesten Jacqueline MaesGuido Delvaux en Christine Acke ook in de ban geraakt van het Mexicaanse licht, de landschappen, de monumenten en de Mexicanen. Vandaag de dag neemt de abstracte schilder Francis Alÿs een belangrijke plaats in aan de zijde van deze drie artiesten.
  • Voor de dramakunst in Mexico is het “Theater der schaduwen” van de betreurde Frédérick, verdwenen tijdens de aardbevingen in 1985, van groot belang.
  • Op muzikaal gebied hebben minstens drie grote Belgische dirigenten Mexicaanse ‘ensembles’ geleid: Jean Kumps (1940-1945), Edouard van Remoortel (1955-1960) en Ronald Zollman (1999-2002).

Op sportief vlak moet de verbreking van het wereldrecord in 1972 door de wielrenner Eddy Merckx zeker vermeld worden. In 1986, tijdens het wereldbeker voetbal in Mexico, heeft de Belgische nationale ploeg (Rode Duivels) haar trainingen in Toluca (staat Mexico) gehouden. Dat jaar is onze ploeg niet alleen in de halve finales geraakt, maar heeft ze verder ook een tastbaar spoor achtergelaten door de oprichting in 1989 van een weeshuis, “Casa Hogar Diablos Rojos”, in Toluca.

Voor Mexicanen vandaag roept het woord België spontaan onze hoofdstad, de Brugse kanalen, Keizerin Charlotte en de heerlijke chocolade op.

 
Bronnen:

  • Louis Everaert Dubernard, woonachtig in Mexique, Souvenirs.
  • Prof. John Everaert “Los Belgas en México” in “Reflejos de Europa en México”